NEN 6068:2016 wat er wijzigt
NEN 6068:2016, de bepalingsmethode voor brandoverslag tussen brandcompartimenten, is grondig herzien. De nieuwe norm geeft vanaf het moment dat het Bouwbesluit de norm zal aanwijzen nu ook een bepalingsmethode voor brandoverslag vanuit dakopeningen. Met deze methode kan vastgesteld worden of voldoende afstand in acht genomen wordt tussen twee dakopeningen. Dat heeft zeker gevolgen voor bijvoorbeeld dakramen nabij de erfgrens.
De huidige norm geeft een bepalingsmethode voor brandoverslagtrajecten vanuit gevelopeningen. In een aparte paragraaf wordt een vuistregel gegeven voor brandoverslagtrajecten van dakopeningen naar opgaande gevels. met de vuistregel kan vastgesteld worden of gegeven de afmetingen van een dakopening voldoende afstand in acht genomen is om brandoverslag naar een opgaande gevel te voorkomen.
Een brandoverslagtrajecten van dakopening naar dakopening wordt niet voorgeschreven in NEN 6068. Dat leidt tot vreemde situatie dat Velux dakramen, die op op grote schaal worden toegepast, niet brandwerend uitgevoerd hoeven te zijn, terwijl de zijwangen van een dakkapel bijvoorbeeld op de zelfde plaats wel brandwerend moeten worden uitgevoerd. Op zich opvallend, maar e.e.a. is o.a. een gevolg van definities.
De nieuwe norm geeft op dit punt meer duidelijkheid. Het brandoverslagtraject van een dakopening naar een andere dakopening worden nu expliciet benoemd in de norm. Dat heeft consequenties voor gebouwontwerpers.
Erfgrens en spiegelsymmetrie
Nabij de erfgrens is de situatie als volgt. Brandoverslag moet worden bepaald op basis van het “spiegelsymmetrie beginsel”: Veronderstel aan de andere kant van de erfgrens een aan het eigen gebouw identiek object dat zo staat opgesteld alsof het gespiegeld is t.o.v. de erfgrens en bepaal dan eventueel aanwezige overslagtrajecten. Elke opening in het eigen dak moet dus worden gespiegeld t.o.v. de erfgrens. Voor een dakopening in het eigen gebouw moet dus worden verondersteld aan de andere kant van de erfgrens op dezelfde afstand van de erfgrens een zelfde dakopening aanwezig is. Het maakt dan niet meer uit of er aan de andere zijde van de erfgrens een zware brandwerende scheiding is of daadwerkelijk een dakopening of gevelopening bij de buren is gelegen.
De toepassing van dakramen nabij de erfgrens wordt hierdoor in de nieuwe NEN 6068 uitsluitend toegestaan, als de afstand tot de erfgrens of naastgelegen dak groot genoeg is. Zeker in binnenstedelijke situaties en herontwikkelingen kan dat echter tot knelpunten leiden. Immers er is veelal geen ruimte. De dakramen liggen veelal op slechts enkele meters afstand van de erfgrens. Voor al die situaties kan zonder berekeningen niet zondermeer aangetoond worden dat aan de voorwaarden voor brandoverslag wordt voldaan.
Overige verbeteringen
Brandcompartimenten met een totale oppervlakte aan gevelopeningen van meer dan 50 % van de vloeroppervlakte behoren nu tot het toepassingsgebied van de norm. Gevelopeningen met een hoogte/breedte verhouding groter dan vier behoren nu tot het toepassingsgebied van de norm. De NEN 6068:2016 is inmiddels gepubliceerd en van kracht.
Brandoverslagberekening
Workshop brandoverslag